Het ondergedompelde booglasproces, dat oorspronkelijk werd ontwikkeld door de Linde - Union Carbide Company, wordt veel gebruikt in platforms met straal-, giek-, trekker- en meerkoptypen. In tegenstelling tot het openbooglasproces, wordt SAW uitgevoerd onder een beschermende fluxdeken. Dit betekent dat de boog constant wordt bedekt of ondergedompeld door de flux, waardoor eventuele blootgestelde boogstraling en de noodzaak van lasschermen worden geëlimineerd.
Hoe het SAW-proces werkt Onderdompeld booglassen kan volledig automatisch of halfautomatisch zijn. De boog is vlak en wordt tussen het uiteinde van een blootliggende draadelektrode en de las gehouden. De elektrode wordt constant in de boog gevoerd als deze wordt gesmolten. In de automatische versie van SAW wordt dit bereikt door een set rollen aangedreven door een gecontroleerde motor om te zorgen dat de draad in de boog wordt gevoerd met een snelheid die gelijk is aan de snelheid waarmee de elektrode wordt gesmolten. De booglengte blijft daardoor constant.
Een laag korrelige flux verschaft een beschermend omhulsel waaronder het lassen plaatsvindt. De deken wordt gemaakt als een deel van de flux wordt gesmolten. De rest van de flux wordt teruggewonnen en hergebruikt, tenzij het vervuild is.
Geweren gebruikt in automatisch subbooglassen Bij automatisch ondergedompeld booglassen zijn er drie soorten pistolen die over het algemeen worden gebruikt. Deze omvatten het pistool voor de aflevering aan de zijkant, het pistool met diepe groef en het pistool voor de aflevering van geconcentreerde flux.
Het geconcentreerde fluxafgiftepistool legt de flux rond de draad af. Met zowel het zijstroomafgiftepistool als het diepgroefkanon wordt de flux vanuit een bovenliggende zwaartekrachttrechter naar de fluxafsluitinrichting van het pistool geleid.
Het type pistool dat voor een bepaalde klus wordt gekozen, kan afhankelijk zijn van het gezamenlijke ontwerp en / of de voorkeur van de lasoperator.
Variabelen van het SAW-proces Er zijn enkele belangrijke variabelen van het onderwater booglasproces. Deze variabelen omvatten:
- De boogspanning
- De draadaanvoersnelheid
- Reis snelheid
- Contactpunt om te werken (CTTW) of uitsteken van elektroden (ESO)
- Polariteit en stroomtype (kan AC of DC zijn), evenals AC-stroom met variabele balans